De Afrikaanse taal

Afrikaans is lekker, Afrikaners is plesierig
Afrikaans is de enige dochtertaal van het Nederlands. Dat betekent dat de taal afstamt van het Nederlands en er nog steeds nauw mee verwant is, maar ondertussen uitgroeide tot een afzonderlijke standaardtaal. Het Afrikaans is dus niet zoals het Surinaams Nederlands of het Belgisch Nederlands een nationale variëteit, maar wel een eigen taal, naast het Nederlands. Toch begrijpen sprekers van het Afrikaans en het Nederlands elkaar doorgaans zonder veel problemen, hoewel de verschillen tussen beide talen ook wel tot hilarische situaties kunnen leiden: kale mannen lopen beter niet op straat in Zuid-Afrika! (kaal = naakt) en het woord poes is in het Afrikaans een erg vulgair, seksueel geladen woord.
De dubbele ontkenning in het Afrikaans zorgt ook altijd voor veel plezier: “ek sal nie wegloop nie”, “dit maak nie saak nie” en vooral “moe nie worrie nie”.
Handige EN grappige Afrikaanse woorden
Robot = verkeerslicht
Pap wiel = lekke band
Seekoei = nijlpaard
Melkskommel = milkshake
Vuurhoutjie = lucifer
Spookasem = suikerspin
Stort = douche
E-pos = e-mail
Skootrekenaar = laptop
Bromponie = scooter
Verkleurmannetjie = kameleon
Hysbak = lift
Lugrelaar = air-conditioning
Baie dankie = bedankt
Babelaas = kater
Aftrekplek = afrit of informatiepunt
Braai = barbecue

Foto: Michel Carlier